top 10 vakantie spellen

1 Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet...De meeste mensen kennen dit spelletje nog wel van vroeger. Je begint het spelletje met de woorden: ik zie, ik zie, wat jij niet ziet... en de kleur is (kies nu de kleur van het object dat jij ziet). Het object dat je uitkiest kan zich in of buiten auto bevinden. Wanneer je de zin hebt uitgesproken, moeten de anderen gaan raden wat voor object jij ziet. Je kunt eventueel bij kleine kinderen ook aangeven of ze warm (in de buurt van het object) of koud (helemaal niet in de buurt van het object) zijn. Wanneer het object geraden is, is iemand anders aan de beurt.


 

2 Ik ga op reis en ik neem mee...

Ook dit kinderspelletje is bekend bij veel mensen. Je begint het spelletje met de zin: ik ga op reis en ik neem mee... Het is dan de bedoeling om een voorwerp te noemen. Bijvoorbeeld: een koffer. Het is nu de bedoeling dat de volgende persoon een voorwerp toevoegt. Hij of zij begint de zin: ik ga op reis en neem mee, een koffer en een bal. De volgende persoon herhaalt de zin en de voorwerp en voegt ook een voorwerp toe. Zo komt er steeds een voorwerp bij en is het de bedoeling om door te gaan totdat iemand een voorwerp vergeten is. Dit spelletje is een erg goede geheugentraining voor je kind, maar ook voor jezelf.

3 Verzin een nieuw woord met de laatste letter

Dit woordspelletje is ook erg leuk voor kinderen dat je op vele manieren kunt spelen. Je verzint een woord en dan is het de bedoeling dat iemand anders met de laatste letter van dat woord een nieuw woord maakt. Bijvoorbeeld: Beker. De laatste letter is de letter 'R', waarmee het volgende woord dus moet beginnen. Bijvoorbeeld: radio. Nu is het de bedoeling om een woord te verzinnen met de letter 'O'. Wanneer je kinderen iets ouder zijn kun je dit spelletje doen met categorieën. Verzin bijvoorbeeld alleen woorden die met vakantie te maken hebben of alleen woorden in de categorie dieren, automerken, bomen- en plantennamen, plaatsnamen, jongens- en meisjesnamen etc.

4 Maak zoveel mogelijk woordjes uit 1 woord

Dit is ook weer een leuk woordspel, dat goed is voor de taalontwikkeling van kinderen. Bij dit spelletje wordt een lang woord uitgekozen, bijvoorbeeld: speeltuinen. Nu is het de bedoeling om zoveel mogelijk woorden te bedenken die met de letters van het woord 'speeltuinen' gemaakt kan worden. De volgende woorden kunnen bijvoorbeeld gemaakt worden: speel, spel, pel, tuin, tuinen, ten, teen, luis, puin, speen, peen, pen etc.

5 Verkeersborden herkennen en tellen

Vroeger kregen wij van onze ouders een boekje waar alle verkeersborden in stonden afgebeeld. Het was dan de bedoeling om onderweg verkeersborden te herkennen en te tellen d.m.v. turven. Je kunt ook de verkeersborden onderverdelen in vierkante, rond en driehoekige verkeersborden als je jongere kinderen hebt. Je kunt de verkeersborden ook indelen op kleur zoals blauw, rood, wit, oranje etc. Ook met dit spelletje zal je kind een behoorlijke tijd zoet zijn.

6 Automerken of kleuren auto's herkennen en tellenVoor kleinere kinderen is kleuren auto's tellen een leuke bezigheid. Zo zijn ze met kleuren én met tellen bezig. Voor oudere kinderen is het spelletje automerken herkennen leuk. Zo leren ze de vorm van een auto herkennen en zijn ze bezig met het lezen van het merk of het herkennen van een automerklogo.

7 Kentekens uit andere landen herkennen en tellen

In de zomer zal dit in Nederland waarschijnlijk een leuker spelletje zijn, aangezien er dan meer buitenlandse toeristen rondrijden. Leer je kind buitenlandse nummerborden herkennen en maak er een spelletje van om zoveel mogelijk kentekens te tellen. Op deze manier kun je je kindje best wel een tijdje zoet houden.

8 Geen ja, nee of uh zeggen

Dit is een spelletje dat veel mensen wel kennen, bijvoorbeeld van de radio. Het is de bedoeling dat 1 persoon aan de anderen vragen stelt. Die moeten hierop een antwoord geven, maar mogen geen 'ja', 'nee', of 'uh' zeggen. Wanneer toch één van deze woorden gezegd worden is diegene af. Je kunt ervoor kiezen  dat 1 iemand de vragen aan de andere stelt totdat 1 persoon af is. Maar je kunt het spel ook zo spelen dat ieder om de beurt een vraag aan iemand anders stelt. Als diegene heeft geantwoord, mag hij of zij een vraag stellen.

9 Nummerborden bingo

Bij dit spel moet je eigenlijk eerst een blaadje uitprinten met alle getallen t/m 100. De cijfers 1 t/m 9 begin je met een nul, zodat dit setjes van 2 getallen worden. Je maakt dus rijtjes getallen in oplopende volgorde. Je begint met 00, 01, 02, 03, 04, 05, 06, 07, 08, 09, 10, 11 etc. t/m 99. Nu krijgt ieder zo'n printje en is het de bedoeling dat je de cijfers gaat zoeken in de nummerborden die je voorbij ziet komen. Zie je de cijfers 44, dan streep je deze door. Zo ga je door totdat je alle cijfers hebt afgestreept. Wie als eerste alle cijfers heeft gezien, heeft bingo en heeft gewonnen.

10 Wie of wat ben ik?

Dit spel is eigenlijk een beetje gebaseerd op het bekende spel 'Wie ben ik?'. Eén persoon schrijft een persoon of voorwerp op en de anderen moeten door middel van vragen te stellen, raden wie of wat die persoon is. Diegene mag alleen met 'ja' of 'nee' antwoorden.